Benthe liet haar blik over de aangekomen jongen gaan, hij had donker haar en donkere ogen kon ze al zien. Ineens schudde hij zijn hoofd en dit maakte Benthe, wel nieuwschierig. Wat ongemakkelijk en met een raar gevoel dwong ze haar benen vooruit terwijl ze toen maar hopeloos neerplofte, wat had zíj een slakkegangetje nu ze moest toch maar weer eens gaan oefenen in plaats van de hele tijd genieten van het water waar ze doorheen zou razen en.. Benthe schudde haar hoofd toen ze in haar gedachte begon te verzinken. Haar oog viel op de tas die de jongen bij had en dat maakte haar wat angstiger, wat zat erin? Ongemakkelijk slikte Benthe even 'Hallo,' zei ze toen terwijl ze nog wat afstand nam van het water en achteruit kroop. Ze voelde hoe de zandkorrels zich onder haar voeten verzamelden en zag haar contour nog van de plek waar ze eerst zat, nu plensde er op diezelfde plek wat water neer en Benthe zuchtte opgelucht god zij dank zat zij daar nu niet.
'Wie ben je?' Vroeg ze toen met lichte argwaan in haar toon, de wind speelde wat met haar haren terwijl het water lichtelijk golfde evenmin als ze grasplukjes, die je vanaf hier zag, die toebehoorden aan de duinen. 'Nou?' Vervolgde ze wat ongeduldig in de hoop dat hij niks wist maar haar stem bleef vriendelijk klinken, het was een trekje van haar familie soms eens argwanend te zijn en daardoor ongeduldig.